• Nieuw elan

    Gerrit Plant, de opvolger van de afgetreden voorzitter Jan Gerritsen, treft in de vereniging naar zijn zeggen ‘partijvorming’ aan en er dreigt een ‘schisma’ (scheuring). Het is een ‘struggle for life’”, aldus Gerrit Plant. Ook de financiële situatie was onoverzichtelijk. Er was geen geld om de tribune en het dak van het clubhuis op te knappen. Met veel zelfwerkzaamheid wordt de boel zo goed en zo kwaad mogelijk overeind gehouden.

    Jan Gerritsen had om veelbelovende jeugdspelers op een hoger peil te krijgen de Stichting Jeugdplan in het leven geroepen. Begunstigers doneerden 25.000 gulden en oud-Vitesse-sterren als Frans de Munck en Charley Bosveld ontfermden zich over de jonge talenten. Uit het fonds werden allerlei activiteiten georganiseerd, maar de zeggenschap over de gelden was volstrekt onduidelijk.

    Op de buitengewone ledenvergadering van 20 juni 1995 wordt het ‘Beleidsplan VVO-2001’ door de opstellers Henk-Jan Donderwinkel en Rob Magendans gepresenteerd en toegelicht. Het plan spreekt van ‘marketing, sponsoring en social events’. De bedrijfsmatige geest van de tijd klinkt erin door. Het plan moet VVO weer gezond maken.

    De gemeente Rheden echter heeft in haar uitvoeringsprogramma een taakstellende bezuiniging van een miljoen op de sportvoorzieningen opgenomen. Huurverhogingen en sluiting van complexen zijn daartoe de instrumenten. Bovendien dringt de gemeente ten tweeden male aan op fusie met zusterverenigingen. De druk wordt groter en groter.

    In de discussie naar aanleiding van het ‘Beleidsplan VVO 2001’, passeren samenwerking of fusie met DVOV en/of de Arnhemse Hockey Club (AHC) de revue. Het advies zoals dat in het beleidsplan is verwoord, spreekt van: ‘Twee jaar kiezen voor een zelfstandig voortbestaan onder de uitdrukkelijke randvoorwaarde dat die periode benut wordt om de negatieve tendensen te stoppen’.

    Er wordt gedacht aan de vorming van een ‘businessclub’ of, met het oog ook op het aanstaande eeuwfeest, een ‘Club van 100’ voor ondernemers en anderen die elk jaar honderd gulden schenken. Ook worden allerlei voorbeelden geopperd voor het organiseren van ‘social events’. Het beleidsplan behelst al met al een manhaftige poging om de vereniging in veilige wateren te loodsen, en zo te redden van de gevreesde ondergang of van een fusie.

  • Voorzitter Gerrit Plant had bij zijn aantreden al aangegeven dat hij zichzelf beschouwde als ‘tussenpaus’. Zijn wens was dat VVO snel op zoek zou gaan naar een nieuwe voorzitter. En ja hoor, de daartoe ingestelde commissie had succes. Lizan Ter Haar Sive Droste, voorzitter van de Jeugdcommissie, werd bereid gevonden voorzitter van VVO te worden. Een bijzonder moment in de geschiedenis van de club. Lizan was de eerste vrouwelijke voorzitter. Ook in de regionale pers werd dat breed uitgemeten.

    Lizan Ter Haar Sive Droste slaagde er met haar charisma, empathie en doorzettingsvermogen al snel in de neuzen in dezelfde richting te manoeuvreren. Vrijwilligersvacatures werden opgevuld en er werd uitvoering gegeven aan voornemens uit het ‘Beleidsplan VVO 2001’.

  • Ondertussen wierp het 100-jarig jubileum zijn schaduw vooruit. De ‘Stichting VVO-100 jaar’ onder leiding van Gerrit Plant werd in het leven geroepen. Deze stichting was het overkoepelende orgaan dat de verbinding tussen de diverse commissies bewaakte en erop toezag waar ondersteuning en samenwerking nodig was.

  • Een welkome ondersteuning voor de reüniecommissie, de receptiecommissie en ander groepen die zorgden voor de PR, de catering, activiteiten voor de jeugd, voor het organiseren van diverse feestelijke bijeenkomsten en de organisatie van jubileumwedstrijden. Alle lichten stonden ineens op groen. De inspiratie en het elan waren helemaal terug. Op weg naar de 21e eeuw, op weg naar VVO 100 jaar in 2001.

    In dat kader vertrouwde Lizan Ter Haar haar gedachten over VVO in de 21e eeuw toe aan papier. Hieronder, onverkort, haar bijdrage.

    “Kilometers maken in een oldtimer? Dan zullen de nodige voorzorgsmaatregelen in acht genomen moeten worden. Hoewel steeds op tijd gekeurd en de nodige reparaties verricht, olie verversen en doorsmeren blijven aandachtspunten. Hoe hard er gereden wordt, hangt af van de motorinhoud van dat moment, terwijl ook de carrosserie niet teveel mag rammelen wil de rit enigszins comfortabel zijn. Onderhoud, poetsen en koesteren, prioriteiten stellen en mensenhanden, kortom: liefdewerk blijft het geheim.

    Wanneer de tocht gaat beginnen? De tocht gaat niet beginnen, die is honderd jaar geleden begonnen en intussen liggen vele etappes achter ons. Kilometers maken: een vertrouwd beeld voor VVO, aangepast aan de staat van de auto en de geest van de tijd. Het compromis tussen de digitale snelweg en rijden in een oldtimer vraagt om wederzijds begrip en aanpassing van monteurs, coureurs en andere betrokkenen. De luxe van een chauffeur heeft VVO zich nooit kunnen permitteren. Wil je de tocht meemaken, dan moet je zelf de handen uit de mouwen steken. Materiële ondersteuning voor groot onderhoud en vernieuwing van onderdelen, completeren de immateriële bijdrage van velen in de VVO-stal.

    De in 1901 begonnen rit heeft zoete vruchten afgeworpen, die naar meer smaken. Die zoetigheid vormt al jaren de cilinderinhoud van de motor, de monteurs brengen verbeteringen tot stand, de coureurs gaan voor de volgende etappe.

    Gezien de zorgvuldigheid uit het verleden passeren we met vertrouwen de grens van de eerste naar de tweede eeuw. Van opnieuw beginnen is geen sprake: waarom zouden we? VVO is op dit moment de grootste vereniging in de gemeente met de grootste jeugdorganisatie. De route naar de volgende etappeplaats is uitgestippeld. Het grote aantal (jonge) coureurs is onze kracht. Zij moeten de kans krijgen hun kwaliteiten te ontwikkelen, waarbij plezier in het spel op steeds hoger niveau een belangrijk uitgangspunt is. Tegelijkertijd moet het besef groeien, dat het collectief uiteindelijk belangrijker is dan het individu. Optimale individuele ontwikkeling moet leiden tot betere prestaties van het team als collectief.

    VVO is ervan overtuigd dat deze aloude principes overeind kunnen en moeten blijven, omdat het spel zelf voldoende uitdaging biedt voor de ware liefhebber. Voor VVO als vereniging is van oudsher ook dit principe het belangrijkste gebleken: samen staan we sterk, alleen bereikt niemand iets.

    VVO verdient een standbeeld: eerbetoon aan ieder uit het verleden, bevestiging voor de leden van nu en een stimulans voor de volgende generaties. Wij willen iets tastbaars, tijdloos en onveranderlijks neerzetten, symbool voor het verleden, heden en toekomst van VVO en alle leden, niet gevoelig voor maatschappelijke veranderingen, onafhankelijk van leeftijd, spelniveau, school en beroep… de voetbaltas!

    Moge het VVO-shirt uit die tas met het karakteristieke vochtige aroma van aarde, gras, modder, regen en transpiratie jong en oud bij VVO, nu en in de toekomst, blijven inspireren het voetbalspel te beminnen en in die geest, geruggesteund door het verleden, te handelen in het veld en binnen de vereniging.”