TUCHTREGLEMENT V.V.O.
1. Inleiding
2. Werkingsfeer tuchtreglement
Het is sanctiebaar binnen V.V.O.: zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de wet, dan wel met de statuten, reglementen, gedragscode en/of besluiten van de vereniging. Voorts zodanig handelen of nalaten waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad. Tevens is sanctiebaar zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de wedstrijdbepalingen, statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de KNVB of waardoor de belangen van de KNVB of de voetbalsport in het algemeen worden geschaad.
Dit tuchtreglement heeft betrekking op het gedrag van leden bij activiteiten die door, namens en/of in naam van V.V.O. plaatsvinden in de vorm van:
Dergelijk gedrag wordt hierna gezamenlijk aangeduid als wangedrag.
Onder "misdragingen buiten wedstrijden en trainingen" vallen ondermeer ook het wangedrag bij het bezoeken en bekijken van wedstrijden en trainingen, wangedrag tijdens niet-voetbal activiteiten en bijeenkomsten, wangedrag op en rondom het complex, wangedrag onderweg naar een andere vereniging en wangedrag op en rond het complex van een andere vereniging.
Statuten en het huishoudelijk reglement gaan voor deze uitwerking van het tuchtreglement.
2.1. Definitie "spelovertreding"
Een spelovertreding is een lichte vorm van wangedrag in de vorm van een normale spelregelovertreding die als gangbaar beschouwd wordt binnen de voetbalregels van de KNVB. Te denken valt aan: handsbal door de keeper buiten het strafschopgebied en het vasthouden van een doorgebroken speler.
2.2. Definitie "misdraging"
Een misdraging is een zwaardere vorm van wangedrag in woord, gebaar en/of daad.
Hieronder vallen ondermeer:
Er worden twee categorieën van misdragingen onderkend, dit ter beoordeling van de tuchtcommissie:
2.3. Melden en vaststellen van wangedrag en sancties
Leden en niet-leden kunnen een zaak van wangedrag aandragen bij de tuchtcommissie.
De tuchtcommissie is het orgaan binnen de vereniging dat in eerste instantie vaststelt of er werkelijk sprake is van wangedrag in welke vorm dan ook, de zwaarte van dit wangedrag én in eerste instantie bepaalt welke sancties daarop van toepassing zijn.
In niet beschreven situaties zal de tuchtcommissie een advies geven aan het bestuur over eventuele op te leggen sancties en/of te nemen maatregelen.
3. Werking tuchtcommissie
3.1. Samenstelling tuchtcommissie
De tuchtcommissie wordt gevormd door 3 leden, die worden benoemd door het bestuur. Eén van de leden maakt deel uit van het bestuur en de wedstrijdsecretaris senioren is de vaste adviseur van de commissie. Eén van de leden van de tuchtcommissie vervult het voorzitterschap.
3.2. Taken en bevoegdheden tuchtcommissie
Taken
De tuchtcommissie heeft tot taak om uitvoering te geven aan het tuchtreglement. Hierbij houdt de tuchtcommissie rekening met de statuten, reglementen, gedragscode en besluiten van de vereniging. Ook wordt rekening gehouden met de regels van de KNVB en met de normen en waarden, zoals deze in het normale rechtsverkeer van toepassing zijn.
Bevoegdheden
De tuchtcommissie is op grond van statuten, huishoudelijk reglement en voorliggend tuchtreglement bevoegd tot het opleggen van sancties aan een verenigingslid, dat zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag. De tuchtcommissie is ook bevoegd tot het gevraagd en ongevraagd adviseren van het bestuur tot het treffen van andere maatregelen.
3.3. Werkwijze tuchtcommissie
De tuchtcommissie komt bijeen zo vaak als nodig is. Een bijeenkomst wordt direct belegd zodra er een zaak wegens wangedrag van een lid wordt aangedragen. Een zitting van de tuchtcommissie kan alleen doorgang vinden als ten minste 2 leden aanwezig zijn. Indien de voorzitter niet aanwezig is, dan treedt één van de aanwezige leden op als voorzitter. Bij staken der stemmen heeft de voorzitter een dubbele stem.
De tuchtcommissie is verantwoordelijk voor de volgende zaken:
4. Sancties
De tuchtcommissie is bevoegd om de volgende sancties op te leggen:
De tuchtcommissie kan daarnaast het lid de toegang tot het complex gedurende een bepaalde periode ontzeggen, of het bestuur adviseren om royement voor te stellen in de eerstkomende Algemene Ledenvergadering. Is er sprake van een niet-spelend lid, dan kan de tuchtcommissie alleen een sanctie opleggen in de vorm van een taakstraf.
Indien een lid geen uitvoering geeft aan een opgelegde sanctie, dan zal de tuchtcommissie, nadat ze hiervan kennis heeft genomen, het bestuur adviseren om een zwaardere sanctie toe te passen en/of andere maatregelen te nemen. Van begeleidende kaderleden en betrokken commissies en coördinatoren wordt verlangd dat zij de opgelegde sancties tot uitvoering brengen. Indien de tuchtcommissie constateert dat een begeleidend kaderlid niet meewerkt, kan de tuchtcommissie besluiten tot het opleggen van een sanctie en/of het nemen van passende maatregelen tegen dit kaderlid.
4.1 Schorsing
De tuchtcommissie kan in afwachting van een definitief besluit tot het al dan niet opleggen van een sanctie een voorlopige schorsing opleggen voor de duur van ten hoogste twee weken. Een schorsing is een ordemaatregel en betekent een tijdelijke beperking van het lidmaatschap. Denk aan het tijdelijk uitsluiten van deelname van een lid aan wedstrijden, trainingen, vergaderingen en/of andere verenigingsactiviteiten of het tijdelijk verbieden van het uitvoeren van een kaderfunctie. De tuchtcommissie bepaalt de definitieve aard van de schorsing en hoe vaak (frequentie) en/of hoe lang (tijdsduur) de schorsing geldt.
Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet of slechts gedeeltelijk worden uitgeoefend. Het lid heeft het recht om bij het bestuur in beroep te gaan tegen een schorsing. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid voorlopig geschorst. De opgelegde schorsing is gedurende de beroepstermijn van kracht en moet uitgevoerd en opgevolgd worden. Een spelend lid dat geschorst wordt, dient in de rol van "toeschouwer" bij de wedstrijden en trainingen van zijn of haar elftal aanwezig te zijn, tenzij de tuchtcommissie of in beroep het bestuur anders bepaalt of het lid de toegang tot het complex ontzegd heeft.
4.2. Taakstraffen als sanctie
De tuchtcommissie kan een voorlopige, voorwaardelijke of definitieve taakstraf opleggen. Een taakstraf bestaat uit werkzaamheden die door het lid uitgevoerd moeten worden ten behoeve van de vereniging of een nader aan te wijzen goed doel.
De tuchtcommissie kan de volgende taakstraf en opleggen:
De tuchtcommissie bepaalt de aard van de taakstraf en hoe vaak (frequentie) en/of hoe lang (tijdsduur) de taakstraf geldt. Een taakstraf kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd. Het lid heeft het recht om in beroep te gaan tegen een taakstraf. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep geldt de opgelegde taaksanctie als een voorlopige taaksanctie. De opgelegde taakstraf is gedurende de beroepstermijn van kracht en moet uitgevoerd en opgevolgd worden.
Indien een spelend lid een taakstraf krijgt opgelegd en hij of zij weigert om deze uit te voeren, dan komt daarvoor in de plaats een automatische voorlopige schorsing van 1 wedstrijd en 1 training. De tuchtcommissie kan dan nadere sancties opleggen.
Indien een niet-spelend lid een taakstraf krijgt opgelegd en hij of zij weigert om deze uit te voeren, of een niet-spelend lid geeft geen uitvoering aan de taakstraf, dan zal de tuchtcommissie het lid de toegang tot het complex gedurende een bepaalde periode ontzeggen, of het bestuur adviseren royement voor te stellen in de eerstkomende Algemene Ledenvergadering.
5. Wangedrag door leden
5.1. Disciplinaire straf
Eenverantwoordelijk kaderlid kan een spelend lid dat zich aan wangedrag schuldig maakt,, na voorafgaand overleg met en goedkeuring van een lid van de tuchtcommissie, een disciplinaire straf opleggen voor maximaal 2 wedstrijden en 2 trainingen. Het wangedrag wordt daarna, samen met de opgelegde disciplinaire straf, gemeld bij de tuchtcommissie en door de tuchtcommissie in behandeling genomen.
5.2. Spelovertredingen in wedstrijden (die een gele of rode kaart tot gevolg hebben)
De tuchtcommissie van V.V.O. is in deze situaties niet bevoegd omtrent het treffen van een clubsanctie.
De bevoegdheid voor het treffen van sancties in dit soort gevallen, is voorbehouden aan de tuchtcommissie van de KNVB. Bij spelovertredingen waarbij een misdraging aan de orde is (zie 5.3), is de tuchtcommissie van V.V.O. wel bevoegd tot het opleggen van een (aanvullende) clubsanctie.
5.3. Misdragingen in/buiten wedstrijden en trainingen
Bij een lichte misdraging, dit ter beoordeling aan de tuchtcommissie, kan door de tuchtcommissie een sanctie worden opgelegd in de vorm van een taakstraf.
Bij een zware misdraging, dit ter beoordeling van de tuchtcommissie, volgt bij een spelend lid een door de tuchtcommissie op te leggen schorsing voor één of meerdere wedstrijden en trainingen of voor de rest van het seizoen. Naast een schorsing kan de tuchtcommissie ook een taakstraf opleggen.
Bij een zware misdraging kan het bestuur op advies van de tuchtcommissie, al dan niet in overleg met een eventueel slachtoffer, getuigen en/of slachtoffer adviseren om aangifte te doen bij de politie.
5.4. Betalen van opgelegde geldboete
Leden moeten de door de KNVB opgelegde geldboetes, waaronder die als gevolg van een gele of rode kaart, zelf binnen de door V.V.O. aangegeven betaaltermijn aan V.V.O. betalen, tenzij door het bestuur anders beslist wordt en deze beslissing schriftelijk aan het betreffende lid is medegedeeld.
Als een lid een door de KNVB opgelegde geldboete niet binnen de aangegeven termijn betaalt, volgt er automatisch een schorsing voor alle wedstrijden en trainingen tot het moment dat het lid zijn geldboete volledig betaald heeft. Tegen een dergelijke schorsing is geen beroep mogelijk. Duurt de schorsing langer dan één jaar, dan zal de tuchtcommissie het bestuur adviseren om het lid voor royement voor te dragen voor de Algemene vergadering.
Schorsing noch royement leiden tot vermindering dan wel vrijwaring van het betrokken lid van de verplichting tot betaling.
5.5. Betalen van veroorzaakte schade
Materiële schade die ontstaat als gevolg van wangedrag, wordt volledig verhaald op de daders of de wettelijke vertegenwoordigers van daders in geval het minderjarige jeugdleden zijn. Elke geconstateerde schade wordt geacht veroorzaakt te zijn door die persoon of groep personen die de betreffende zaak het laatst heeft gebruikt voor zover het tegendeel niet door betrokkene(n) wordt aangetoond. Als een lid, of zijn wettelijke vertegenwoordigers in geval van een minderjarig jeugdlid, het door V.V.O. aangegeven schadebedrag niet binnen de aangegeven termijn betaalt, volgt er automatisch een volledige schorsing tot het moment dat het lid het schadebedrag volledig betaald heeft. Het lid heeft het recht om in beroep te gaan tegen het in rekening gebrachte schadebedrag en/of de opgelegde schorsing. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid voorlopig geschorst. De opgelegde schorsing is gedurende de beroepstermijn van kracht en moet uitgevoerd en opgevolgd worden.
Duurt de schorsing langer dan één jaar, dan zal de tuchtcommissie het bestuur adviseren om het lid voor royement voor te dragen voor de Algemene vergadering.
Schorsing noch royement leiden tot vermindering dan wel vrijwaring van het betrokken lid van de verplichting tot betaling.
V.V.O. behoudt zich voorts te allen tijde het recht voor om het lid of de wettelijke vertegenwoordigers in geval het een minderjarig jeugdlid is, juridisch aansprakelijk te stellen voor de veroorzaakte schade. Eventuele kosten verbonden aan een dergelijke aansprakelijkheidsstelling zijn voor rekening van het betreffende lid resp. diens wettelijke vertegenwoordigers in geval het een minderjarig jeugdlid is.
6. Beroepsmogelijkheid
Een lid kan tegen de opgelegde sanctie in beroep gaan bij het bestuur van V.V.O. Dit beroep dient binnen een maand na het opleggen van de sanctie en de kennisgeving daarover aan het lid, schriftelijk aanhangig te worden gemaakt bij het bestuur van V.V.O.
Indien niet binnen een maand in beroep wordt gegaan, is de sanctie definitief. Indien het lid wel binnen een maand in beroep gaat, dan doet het bestuur binnen 3 maanden een uitspraak.
In de kennisgeving wordt duidelijk aangegeven binnen welke termijn en op welke wijze tegen de door de tuchtcommissie opgelegde sanctie in beroep kan worden gegaan.
7. Informatieverstrekking
De tuchtcommissie zal bij een opgelegde sanctie alle belanghebbenden tijdig schriftelijk en/of per email informeren zoals daar zijn:
De tuchtcommissie zal jaarlijks een verslag maken van de behandelde tuchtzaken en de door haar opgelegde sancties, tenzij het belang van de vereniging hierdoor geschaad wordt.
Het bestuur is bevoegd om de door hem opgelegde sancties in geanonimiseerde vorm openbaar te maken via het clubblad, nieuwsbrief of website van V.V.O.
Vastgesteld door het bestuur van de V.V.O.,
Datum: 17 september 2012
VVO
Sportpark "De Pinkenberg"
De Pinkenberg 6
6891 DM Rozendaal
026-3647289
secretariaat@vvo.nu
VVO, méér dan voetbal