• De veranderende tijdgeest 2

    In dit decennium met veel maatschappelijke, culturele en politieke veranderingen, gaat niet alles op z’n kop. Bij VVO gaan veel reguliere en vertrouwde clubactiviteiten gewoon door. Een greep uit het Clubblad De VVO‘er in deze jaren.

    In de VVO’er van november 1961 wordt aandacht geschonken aan het traditionele jaarfeest in ‘De Vereeniging’. De eigen toneelgroep voert een toneelstuk op en er is dansen na. Een maand eerder, in oktober, is de eerste clubavond van het seizoen gehouden voor de junioren. Er werden allerlei spellen gespeeld: sjoelen, biljarten, tafeltennis, dammen. De wat oudere junioren beperkten zich tot een potje kaarten.

    Op zondag 8 mei 1962 wordt het jaarlijkse jeugdtoernooi gehouden op de Pinkenberg om de

    ‘Jan Koens Wisselbeker’. In Sneek wordt een verdienstelijke 2e plaats behaald bij een groot jeugdtoernooi, met onder meer de jeugdkampioen van Friesland. Sneek werd met 1-0 verslagen en datzelfde overkwam de jeugdkampioen van Groningen, Veendam.

    In het clubblad worden de lagere elftallen (4e, 5e en 6e elftal) ook wel ‘genoeglijkheidsvoetballers’ genoemd. Er wordt weinig getraind, maar wel heel gezellig gevoetbald.

    Op zaterdagochtend 12 november 1964 vanaf 07.30 uur wordt gasverwarming aangelegd in de kantine en de bestuurskamer. Er wordt aan één stuk doorgewerkt, met nauwelijks pauze, tot 17.30 uur. Een goed bestede zaterdag en een saluut voor de werkers.

    In de spelregelquiz luidt de eerste vraag: Is het toegestaan het veld af te bakenen met lijnen van 8½ cm breed? Antwoord: Dit is toegestaan, mits de doelpalen en doellatten ook 8½ cm breed en dik zijn.

    Uit het verslag van de jaarvergadering op 13 juli 1963 bleek dat VVO een nieuw huurcontract met de gemeente had afgesloten. VVO gaat een hogere huur betalen, maar daar staat tegenover dat de gemeentelijke Dienst voor Sport en Recreatie het onderhoud voor haar rekening gaat nemen. Bovendien krijgt VVO een vergoeding voor de investeringen die de club in de loop der jaren in de Pinkenberg heeft gedaan. De financiële consequentie is dat de contributie voor het seizoen 1965-1966 met een kwartje per maand omhoog gaat. Per maand wordt het voor Senioren 1 gulden en 50 cent, voor Junioren 1 gulden en voor de Pupillen 50 cent.

    De Jeugdcommissie heeft in 1965 zo’n 50 maal vergaderd om alle zaken die in een vereniging voorkomen te regelen en te verzorgen.

    Op het traditionele jaarfeest in ‘De Vereeniging’ speelde het ensemble voor de ‘danslustigen’ niet alleen de polka en de wals, maar ook, passend bij de jaren zestig, de Twist en Shake.

    In het kader van het 65-jarig bestaan werd een autorally georganiseerd. Veel deelnemers, een daverend succes! De 1e prijs was de ‘Jan Veenendaal’ wisselbeker plus een plaid. De 7e prijs was een schroevendraaier en een doos Valma (autowas). Ook nooit weg.

    Ook werd er voor de jeugd een ‘Tieneravond’ georganiseerd, voor de pupillen een feestmiddag en voor de senioren een diner-dansant in ‘De Vereeniging’. De kosten hieraan verbonden bedroegen 8,50 gulden per persoon. Hiervoor kreeg men een 4-gangen diner plus een glas wijn.

    Voorzitter Veenendaal loopt in februari 1966 een bekkenfractuur op bij een val bij zijn woning. De gladheid speelde hem parten. Hij zal tien weken in het Velpse ziekenhuis verblijven.

    Op 24 november 1966 overlijdt de heer Van de Bovenkamp. Hij was de laatste nog in leven zijnde medeoprichter van VVO (3 maart 1901).

    De jaren zestig zijn ook de jaren waarin mode, muziekvoorkeur en haardracht, zorgen voor gefronste wenkbrauwen bij de gevestigde orde. Vilten schoeisel (‘bordeelsluipers’ genoemd), hotpants, wijde broekspijpen en haar tot op de schouders. Onder de titel ’Gekortwiekte voetballers’, lezen we een artikel over de voetbalvereniging DFC uit Dordrecht.

    “… Jeugdvoetballers van het Dordtse DFC zijn door het bestuur voor de keuze gesteld: of naar de kapper, of niet meer voetballen, althans niet meer bij DFC. Het bestuur heeft de banvloek uitgesproken over het zgn. ‘Beatle-kapsel’. Jongens met zorgvuldig gekweekte haardossen lopen het risico voorlopig geschorst te worden en kunnen eventueel zelfs van de ledenlijst worden afgevoerd. Zowel Beatles-haren als de DFC-kleuren dragen, dat gaat niet samen, vinden de Dordtse bestuurders. Een verzuchting van het Jeugdbestuur in het clubblad: ‘Men kan niet meer zien of het jongens of meisjes zijn die voetballen…’

    De redactie van de VVO’er heeft begrip voor de maatregelen, want, zo vindt men, sommige jongelui maken het wel erg bont. “… We geloven dat VVO geen ‘mannen’ in zijn midden heeft die voor ‘vrouwen’ moeten worden aangezien. En dat is maar goed ook. Sportief gezien is het overigens gewenst, dat een sportman geen onnodige ballast met zich mee draagt. Dit werkt immers remmend op zijn prestaties. Daarom: jongemannen van VVO: Let op uw kapsel! …”

    Waarvan acte.

    VVO had voor de verkoop van dranken een ‘Vergunning-B’ die bepaalde dat er alleen alcoholvrije dranken verkocht mochten worden. Daar was VVO in het amateurvoetbal tamelijk uniek in. Het gaf intern aanleiding voor discussie. Verkoop van ’het biertje’ zou de kas spekken, waardoor weer de broodnodige investeringen met name voor de jeugd gedaan zouden kunnen worden. Een minderheid betoogde dat sport en alcoholgebruik principieel niet samen gaan. Dat minderheidsstandpunt werd nog eens stevig verwoord door een redactielid van de VVO’er in een uitgave van oktober1966 met als titel: ‘Sport en alcohol’.

    “… Over dit onderwerp is reeds veel geschreven. Ze horen niet bij elkaar. Wie wat in de sport wil bereiken moet geen alcohol gebruiken. Dat is een eenvoudige waarheid. Het is jammer dat zovelen daarvan niet zijn doordrongen. Hier ligt ook een taak voor de clubbesturen en jeugdleiders. Een sportvereniging heeft immers, met name voor jongeren, mede een opvoedende taak.

    Het is een zeer belangrijk punt, want het kan de ouders uiteraard niet onverschillig laten in welke kring hun kinderen de sport beoefenen. Het is daarom belangrijk dat in kantines op sportvelden geen bier wordt verkocht. Behalve het opvoedende element dat daarvan uitgaat, voorkomt het ook dat door drank verhitte supporters herrie schoppen en een voetbalschandaal ontketenen. De KNVB heeft de clubs onlangs verzocht in kantines op voetbalvelden geen bier te verkopen.

    Er zijn clubbesturen die menen dat bierverkoop in kantines om commerciële redenen niet uitgesloten kan worden. Dit lijkt ons een drogreden. Er zijn tal van frisdranken die het publiek graag gebruikt. De praktijk bewijst dit. In de VVO-kantine wordt geen bier geschonken. En de kantine, zo verzekert men ons, loopt prima. Dit VVO-voorbeeld dient navolging.

    We hopen dat sportbesturen van sportverenigingen aan het hier behandelde probleem meer dan gewone aandacht zullen besteden. De sport in het algemeen zal ermee gediend zijn en, wat even belangrijk is, de sociale functie van het verenigingsleven zal beter tot zijn recht komen …”

    De nieuwe generatie echter wilde eigen keuzes maken, had ook steeds meer pecunia om te besteden en was wars van bevoogding van bovenaf. Een biertje moest kunnen!

    Het duurde nog wel tot de ingebruikname van het nieuwe clubhuis in 1972 voordat VVO een ‘Vergunning A’, een vergunning voor de verkoop van zwak-alcoholische dranken, rijk was. Het biertje is een feit!